Het is eigenlijk een lang verhaal : 1/ we stootten op een documentaire over de romaanse kunst in Spanje waarin uitgebreid werd verteld over de collectie van het MNAC of Nationaal Museum van Catalaanse Kunst; 2/ik geniet van een werkbezoek van Gonzalo aan Barcelona om de collectie van dat museum eens van dichterbij te bekijken en ik raak in de ban van de fresco's van de romaanse kerken uit de vallei van Boí; 3/ we kiezen dus als bestemming voor semana santa een plaats van waaruit we uitstappen kunnen plannen naar die bewuste vallei (en ook naar de "befaamde" vallei van Arán).
Hoewel de meeste kerken net voor Pasen moeilijker toegankelijk zijn voor de toerist, zijn de romaanse kerkjes in de valleien van Arán en Boí eigenlijk eerder musea, inclusief begeleide bezoeken tijdens de heilige week.
Pasen valt vroeg dit jaar, en dat was dus de ideale gelegenheid voor de weergoden om alsnog winterweer (lees : sneeuw) te brengen. Het weer bepaalde dus eigenlijk ook onze semana santa- planning : de eerste dag al meteen naar de Vall d'Arán, want daar zou het slechte weer wel eerst alles platleggen...juist ja, op onze terugtocht over een bergpas van ruim 2000m hoogte was het al een beetje aan het sneeuwen (en de volgende dag kon je er enkel met sneeuwkettingen over). De belangrijkste plaats in de vallei is Vielha : oorspronkelijk een dorpje zoals de andere in de vallei, maar nu toch wel volgebouwd met toeristische infrastructuur. Gelukkig is de dorpskern echt de moeite, met een romaanse kerk (nogal veel verbouwd in de loop der tijden), typische woningen en een super-de-luxe toeristeninfodienst, open van 9am tot 9pm zonder pauze! We reden eerst noordwestwaarts in de richting van Frankrijk, waar je een geweldig uitzichtspunt hebt in Vilamos (met uitzicht op de Aneto), en een prachtige romaanse kerk in Bossost...absoluut de moeite! Bossost is ook de plaats in de vallei met de bekendste paasprocessies, en er liep net een tentoonstelling over 100jaar processies in het dorp. Wat ik op andere plaatsen in Spanje (of elders) nog niet gezien heb op stille donderdag of goede vrijdag, maar wat misschien wel apart is voor de streek : op die dagen wordt het retabel bedekt door een soort houten decorplaat met plaats voor beelden van romeinse soldaten onderaan langs de zijkanten en een urne centraal. Erna reden we terug naar Vielha en vervolgens oostwaarts, voorbij nog enkele dorpen met romaanse kerken en tegenwoordig aardig in de ban van het wintersporttoerisme (Baqueira is vlakbij) : Artíes en Salardú. Het kerkje in Artíes is being restored en dat was hard nodig! Het kerkje in Salardú is binnenin mooi beschilderd (uit 16de eeuw) en bezit een erg mooi houten christus op het kruis, romaans ook.
De tweede dag gingen we weer voor romaanse kerkjes, in de Vall de Boí. Die vallei ligt iets zuidelijker dan de vallei van Arán en het hemel die morgen was blauw...zo steken de kerkjes, die in deze vallei bijna allemaal een hoge toren hebben, mooi af tegen de besneeuwde bergtoppen. We begonnen met een gegidste toer in St.Climent in Taüll. Ik kan het iedereen aanraden, want je mag dan al de fresco's gezien hebben in het MNAC (in het kerkje zijn copieën geschilderd) en je mag dan al enkele teksten erover doorgenomen hebben, de gidsen slagen erin je een bondige en juiste contekst te schetsen en dan te specifiëren over de plaats zelf. In St.Climent moet je ook de toren op : alleen al voor het vergezicht! In hetzelfde dorp naar de parochiekerk, en daar merk je pas hoe het is zonder de fresco's (geen copieën, alles in het MNAC). In Boí (de polychromie!) is er naast het kerkje ook het bezoekerscentrum van het nabijgelegen Nationaal Park Aigüestortes. Daar kregen we info over wat we zo konden verzinnen als wandeltochtje...maar uiteindelijk bleek dat het weer later die dag en de dag erop nog meer tegen zou zitten en dat Park bezoeken we beter tijdens de zomer. Afgezien van de kerkjes van de dorpjes die op of vlak naast de hoofdweg door de vallei liggen, reden we nog naar Durro en een mooi vergezicht vind je daar van naast de ermita. Oh ja, het kerkje van Cardet lijkt wel niet echt de moeite, maar het is bijzonder fascinerend. Het kerkje is in de loop van de eeuwen serieus verbouwd, maar nu kun je boven het tongewelf uitkijken en ook achter het kerkbreed retabel. Ook heeft het kerkje een crypte, omdat de ondergrond scheef loopt. Je kunt ook van buiten de crypte zien, maar dan moet je wel een wandelpad zoeken dat langs de afgrond loopt.
Onze laatste volledige dag in de streek reden we door de Vall de Fosca naar het stuwmeer onderaan de bergmeren in het Nationaal Park...amai, wat een wind en een sneeuw. Jaja, tijdens de zomer keren we terug! Om Gonzalo nog een laatste schrik te bezorgen had het de laatste nacht zo'n dikke halve meter gesneeuwd, maar de (nationale) wegen waren vrijgemaakt, dus de terugreis verliep prima. Trouwens, op ons parcours hebben we enkele ideeën gekregen voor andere uitstappen.