In Salta huurden we een auto om 3 dagen zelf deze valleien met erg kleurrijke berglandschappen te verkennen. Voor de Valles Calchaquíes moet je minstens 2 dagen uittrekken : het gros van het traject loopt immers over onverharde wegen, o.a. de bekende "ruta 40" die over ruim 5000 km Patagonië met Noord-Argentinië verbindt.
Wij vertrokken vanuit Salta westwaarts naar Cachi, een gezellig en mooi bergdorp...om er te geraken is er een pak klimwerk nodig over bochtige en stoffige wegen met als uitschieter 20km haarspeldbochten over een grintweg, bekend als de Cuesta del Obispo. Bovenaan, bijna 3350m boven zeeniveau, staat er een kapelletje en even verder rij je het Nationaal Parl Los Cardones in. Cardones zijn de grote cactussen die je hier overal (in bloei) ziet.
Van Cachi gaat het zuidwaarts naar Cafayate over de ruta 40...de landschappen lijken "from out of this world" en we stoppen regelmatig om ze enigszins op gevoelige plaat vast te leggen. De vallei die ons het best bijgebleven is, is de Quebrada de las Flechas, waar we inderdaad getracteerd worden op een landschap met pijlvormige rotsen.
Cafayate is een aangenaam dorp, waar de wijnproductie draait rond de witte torrentés-druif, die ooit vanuit het Spaanse Galicia overgebracht werd en hier op grote hoogte goed getijd. Er wordt zelfs ijs van gemaakt en dat smaakt best lekker!
De terugweg noordwaarts is gelukkig een asfaltweg. De landschappen worden nu gedomineerd door rose-rode rotsformaties. De speciaalste vormen vinden we terug in de Garganta del Diablo (duivelskeel) of in het Anfiteatro of in de ettelijke dierlijke vormen, zoals de Sapo (pad)...indrukwekkend.
We rijden nog verder naar het noorden, over een smalle constant draaiende asfaltweg naar San Salvador de Jujuy, en dan de Quebrada de Humahuaca in. We zijn al verwend geweest met adembenemende landschappen, maar hier zijn het toch vooral de kleuren(combinaties) die voor het spektakel zorgen.
Naast de kerk van Purmamarca heb je het ideale beeld van de Cerro de los Siete Colores (berg van de 7 kleuren)...ijzer, leem, koper,...ze leiden allemaal tot 1 of meerdere kleurnuances. Maimará stelt op zich niets voor, maar het kerkhof naast de hoofdweg (de vallei is zo breed dat de weg soms wel een autoweg lijkt) is enorm en zelfs pittoresk met een bergen met zigzagpatroon op de achtergrond. Tilcara even verderop is een erg aangenaam dorp om je tenten op te slaan...tal van mooie B&B, restaurantjes en zelfs cafés, allemaal in traditionele bouwstijl. In Tilcara kun je ook een pre-inca pukará (fort) bezoeken en vlak ernaast een tuin met planten van het gebergte. Er ligt ook een piedra campana : als je erop klopt, lijkt het wel of er een klok luidt!
Uquía, net over de Steenbokskeerkring (aangeduid door een afschuwelijk gedrocht van een monument), herbergt een mooi, wit kerkje dat schilderijen bevat van ángeles militares, engelen die geharnast en gewapend zijn, geschilderd door iemand van de school van Cuzco. De plaats waarnaar de vallei genoemd is, bevindt zich 25 km verder...het is een druk dorp dat ons niet echt kon bekoren : allerlei straatverkopers en mogelijke gidsen klampen je aan!
Naar Iruya, een dorp verloren in de bergen op bijna 2800m hoogte dat op vele postkaarten van de Quebrada de Humahuaca afgebeeld wordt, reden we niet...een volgende keer ;-))
Geen opmerkingen:
Een reactie posten