Was er jaren geleden al geweest met een vriendin...we hadden toen een cultuurrijk weekend gehad, met allerlei bezoekjes (Belvedere, Hundertwasserhaus,...) en met uitzicht op Otto Wagner's Postsparkasse vanuit onze B&B.
Die B&B hanteert tegenwoordig hoge prijzen, dus maar uitgekeken naar een ander verblijf, een huis uit de Biedermeierperiode. Vlakbij het commercieel hart van de stad, maar toch zo rustig. Op zaterdag, met nauwelijks 3-4 uur slaap achter de rug, rechtstreeks van de luchthaven naar het hotel, eten in een no nonsense restaurant vlakbij en na de siesta die we echt wel nodig hadden naar ons eerste museum hier. Het werd het MAK, of museum van toegepaste kunsten. Op zaterdag is het gratis en de Wiener Werkstätte, Jugendstil en Biedermeier afdelingen leken me wel interessant. Dat waren ze ook! Helaas ontbrak de Klimtfries uit het Stocletpaleis...we zullen nog eens moeten terugkeren! Erna was het droog geworden en konden we een wandelingetje maken door het stadscentrum. 's Avonds liepen we door de Hofburg, verder door de Volksgarten richting Rathaus...we zouden eten in de Rathauskeller. De kok is ene meneer Österreicher, beslist passend.
Op zondag was het, in overeenstemming met het weerbericht dat we bekeken hadden voor onze afreis, prachtig weer. Ontbijten in een ouderwets Kaffeehaus, dan een kijkje nemen in de barokke pronkzaal van de Nationale Bibliotheek en vervolgens naar Schönbrunn. Een paleis zoals er wel enkele zijn in Europa : een massa kamers met de meest exquisiete inrichting, maar echt blijft het niet in je geheugen hangen, al leverden de audioguides wel nuttige info (en taaltraining, want ik luisterde natuurlijk auf deutsch!). De tuinen waren ook indrukwekkend, maar wat me bij zal blijven is het eekhoorntje dat ik bijna kon aanraken. Vannamiddag-avond, uitgerust na een "lange" nacht, zouden we ook de "grote verplaatsingen" maken, eerst om een blik te werpen op de echte Donau, dan om enkele Heurige te bezoeken. Al is de Donau op vele plekken tot een uitgangsbuurt of watersportvijver herschapen, de Heurige zijn veelal nog de traditionele plaatsen waar de wijnboeren hun "nieuwe" wijn aan de man brengen, althans in de kleinere dorpen. Heiligenstadt is er zo eentje. Bij de halte van de bus zagen we ook het bekendste Gemeindebauten, het Karl-Marx-Hof, ontworpen door een leerling van Otto Wagner. Die woonblokken zijn gebouwd voor de economisch minder sterke gezinnen, maar hier zijn ze mooi en zelfs na 70 jaar nog in goede staat, heelwat anders dan de Franse HLM of Britse Counsel Houses. Even verder is er een straatje met Jugenstilhuizen. En de Heurige ontdekken we pas wanneer we beseffen dat de bar ernaast gesloten is. Een lekker glaasje Grüner Veltliner gaat er wel in! Het volgende dorp, Grinzing, heeft veel meer Heurige, maar de meeste ervan zijn aangepast aan de busladingen toeristen die naar hier komen. Helaas zijn de meest traditionele ofwel gesloten, ofwel geven ze geen eten...maar het gebraden hammetje dat we eten, is lekker. Terug met een oude tram.
Op maandag regent het en dus is het niet slecht dat we voor vandaag enkele musea gepland hebben : eerst de schatkamer van de Habsburgers (met een massa schatten van de Bourgondiërs die in Vlaanderen zetelden), dan een pauze - met koor - in de Stephansdom en ten slotte de collectie Egon Schiele in het Leopoldmuseum. Ook hier extra tentoonstellingen over Wien 1900 en Jugenstil, just my cup of tea!
Nog snel een Wiener schnitzel eten en dan richting luchthaven voor de terugreis...bijna niets dubbel bezocht tijdens mijn twee bezoeken en nog veel meer voor een volgend bezoek!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten